Knikstaarten
De staartwervel behoort tot de ruggengraadkolom en de ruggengraat is weer een deel van het skelet. De vorming van het skelet begint in een tamelijke vroege fase van de embryonale ontwikkeling, om precies te zijn, in het mesoderm (kiembladstadium).
In het mesoderm begint ook de ontwikkeling van het vaatstelselsysteem, inclusief het hart, het spierstelsel, en de urinalen/genitale systemen.
De complete ontwikkeling van de bevruchte eicel tot jonge pup en de latere groei van de hond is bepaald door erfelijke factoren. Bij de bestudering van de ontwikkeling van de wervelkolom van een muis, is geconstateerd dat ongeveer 20 erfelijke factoren verantwoordelijk zijn. Het is een tamelijk gecompliceerd proces, dus het ligt voor de hand dat zo maar iets mis kan gaan.
Mutaties zijn niet zeldzaam. Daardoor kunnen defecten voorkomen in het genoom (totaal van de in de celkern gelokaliseerde erfelijke eigenschappen). Als dit plaatsvindt in de genen, zullen defecten worden overgebracht in het nageslacht. Genendefecten vertonen zich niet altijd in genotype (het geheel van erfelijk bepaalde en bij vererving doorgegeven eigenschappen). Er kunnen meerdere verschillende oorzaken zijn.
Het type erfelijkheid (recessief of dominant) is daar één van, zo ook de interactie tussen verschillende soorten van erfelijkheidsfactoren.
Belangrijk is het aantal van de hetrogeniteit (ongelijksoortigheid), bijvoorbeeld de variatie in het genotype.
Deformaties van de staartwervel zijn deel van de skeletdefecten. Die kunnen verschillend van vorm zijn en hangen af van het defect in genotype. De staart kan volledig zijn verdwenen of tekort zijn met een tamelijk stomp einde. De staart kan ook een of meer krommingen hebben in diverse variaties, krom en gebogen en soms zijn er te weinig of teveel staartwervels, soms zelfs dubbel. Er zijn ook defecten gezien in midden ruggengraadverbindingen.
Kromme staarten kunnen zich vertonen enkele weken na de geboorte.
Wanneer de deformatie zich beperkt tot de staart dan heeft dat geen invloed op het leven de van de hond, hij kan een gelukkig leven leiden.
Fokken:
Maar als een hond met een deformatie, zelfs één zich beperkt tot de staart, wordt gebruikt om te fokken, dan kan zijn 'kleine defect' ernstige gevolgen hebben voor zijn nageslacht. Niet alleen voor de staarten, maar ook in andere delen van de wervelkolom. Er zijn honden geboren met gedeformeerde nek-, borst- rug- en lendenwervels. Er zijn gevallen van puppy's met een gespleten verhemelte, waterhoofd, scheve kaak, gedeformeerde ribben, te veel of te weinig tanden en te korte poten (van knie tot voet).
Als resultaat van de interacties tussen verschillende erfelijke factoren kunnen defecten ontstaan in orgaansystemen die zijn ontwikkeld in het mesoderm.
Voorbeelden zijn hardnekkige embryonale zwakke bloedvaten, tussenschotdefecten,
ectopic ureter (afwijkende ligging van urineleider), afwezigheid van de anus en cloaca (afvoerkanaal)formatie.
Deze defecten zijn meestal gecategoriseerd als niet-erfelijke geboortedefecten. Het is mogelijk, maar zolang het niet is aangetoond als een niet-erfelijk defect, moet men op zeker spelen en aannemen dat erfelijke componenten de aanleiding kunnen zijn.
De tegengestelde opinie "laat zien dat het niet erfelijk is" kan gevaarlijk zijn voor het fokken.
De link tussen de genoemde deformaties in de orgaansystemen en de kromme staarten die zijn gevonden in ouders of bloedverwanten van beide ouders is in nogal een aantal gevallen bewezen.
Deze deformaties zijn ook gevonden bij andere diersoorten, namelijk in varkens en muizen. Wetenschappelijk onderzoek met muizen heeft het voorgaande bewezen.
Het is altijd zeer onverantwoordelijk om met honden te fokken met een kromme staart. Daarmee wordt bedoeld een staart waarvan de wervels niet in een rechte lijn staan maar in kronkels en gedeformeerd.
Het spreekt vanzelf dat dit ook geldt voor kromme of gebogen rug, deformaties van de ribben, kromme kaken, korte poten of te veel of te weinig tanden.
Kenners hebben de plicht de hond die ze beoordelen zeer zorgvuldig te bekijken, inclusief de staart. Defecten aan het skelet alsook andere problemen aan gezondheid en welzijn van de hond, of zijn nageslacht, moeten altijd genoteerd worden voor verdere informatie aan fokkers en eigenaren. Om deze reden mogen dit soort honden nooit worden gewaardeerd als topkwaliteit. Het is in feite een afwijking van het correcte beeld van de hond.
Fokkers, speciaal degene die geïnteresseerd zijn in het fokken van honden waarvan de staarten zijn ingekort, moeten zeer waakzaam zijn wat betreft de staarten van de pasgeboren puppy's. Deze fokkers moeten dit registreren en de toekomstige eigenaar informeren. Een aanvraag voor een niet fokbepaling voor de stamboom is aanbevelenswaardig.
Verwrongen bek
Een erfelijke afwijking waar nooit mee gefokt mag worden!!!!
Als één kant van de kaak (rechts of links, dus niet boven of onder) met een hogere snelheid groeit dan de andere kant, dan ontstaat er een draaiing van de bek> Deze wordt ook wel een verwrongen bek / Wry Jaw genoemd wordt. Een verwrongen beet ziet er uit als een ‘driehoekig’ gebrek in de buurt van de snijtand. Dit kan een ernstige handicap veroorzaken, met name bij het grijpen en kauwen van het voer. Daarnaast geeft het een erg scheefgegroeide verschijning. Sommige van de snijtanden raken tegenover staande tanden, terwijl andere dit niet hebben. Deze toestand kan tijdelijk zijn en zichzelf oplossen als de andere kant van de kaak ook sneller gaat groeien. Een verwrongen beet is een erfelijke handicap.
De staartwervel behoort tot de ruggengraadkolom en de ruggengraat is weer een deel van het skelet. De vorming van het skelet begint in een tamelijke vroege fase van de embryonale ontwikkeling, om precies te zijn, in het mesoderm (kiembladstadium).
In het mesoderm begint ook de ontwikkeling van het vaatstelselsysteem, inclusief het hart, het spierstelsel, en de urinalen/genitale systemen.
De complete ontwikkeling van de bevruchte eicel tot jonge pup en de latere groei van de hond is bepaald door erfelijke factoren. Bij de bestudering van de ontwikkeling van de wervelkolom van een muis, is geconstateerd dat ongeveer 20 erfelijke factoren verantwoordelijk zijn. Het is een tamelijk gecompliceerd proces, dus het ligt voor de hand dat zo maar iets mis kan gaan.
Mutaties zijn niet zeldzaam. Daardoor kunnen defecten voorkomen in het genoom (totaal van de in de celkern gelokaliseerde erfelijke eigenschappen). Als dit plaatsvindt in de genen, zullen defecten worden overgebracht in het nageslacht. Genendefecten vertonen zich niet altijd in genotype (het geheel van erfelijk bepaalde en bij vererving doorgegeven eigenschappen). Er kunnen meerdere verschillende oorzaken zijn.
Het type erfelijkheid (recessief of dominant) is daar één van, zo ook de interactie tussen verschillende soorten van erfelijkheidsfactoren.
Belangrijk is het aantal van de hetrogeniteit (ongelijksoortigheid), bijvoorbeeld de variatie in het genotype.
Deformaties van de staartwervel zijn deel van de skeletdefecten. Die kunnen verschillend van vorm zijn en hangen af van het defect in genotype. De staart kan volledig zijn verdwenen of tekort zijn met een tamelijk stomp einde. De staart kan ook een of meer krommingen hebben in diverse variaties, krom en gebogen en soms zijn er te weinig of teveel staartwervels, soms zelfs dubbel. Er zijn ook defecten gezien in midden ruggengraadverbindingen.
Kromme staarten kunnen zich vertonen enkele weken na de geboorte.
Wanneer de deformatie zich beperkt tot de staart dan heeft dat geen invloed op het leven de van de hond, hij kan een gelukkig leven leiden.
Fokken:
Maar als een hond met een deformatie, zelfs één zich beperkt tot de staart, wordt gebruikt om te fokken, dan kan zijn 'kleine defect' ernstige gevolgen hebben voor zijn nageslacht. Niet alleen voor de staarten, maar ook in andere delen van de wervelkolom. Er zijn honden geboren met gedeformeerde nek-, borst- rug- en lendenwervels. Er zijn gevallen van puppy's met een gespleten verhemelte, waterhoofd, scheve kaak, gedeformeerde ribben, te veel of te weinig tanden en te korte poten (van knie tot voet).
Als resultaat van de interacties tussen verschillende erfelijke factoren kunnen defecten ontstaan in orgaansystemen die zijn ontwikkeld in het mesoderm.
Voorbeelden zijn hardnekkige embryonale zwakke bloedvaten, tussenschotdefecten,
ectopic ureter (afwijkende ligging van urineleider), afwezigheid van de anus en cloaca (afvoerkanaal)formatie.
Deze defecten zijn meestal gecategoriseerd als niet-erfelijke geboortedefecten. Het is mogelijk, maar zolang het niet is aangetoond als een niet-erfelijk defect, moet men op zeker spelen en aannemen dat erfelijke componenten de aanleiding kunnen zijn.
De tegengestelde opinie "laat zien dat het niet erfelijk is" kan gevaarlijk zijn voor het fokken.
De link tussen de genoemde deformaties in de orgaansystemen en de kromme staarten die zijn gevonden in ouders of bloedverwanten van beide ouders is in nogal een aantal gevallen bewezen.
Deze deformaties zijn ook gevonden bij andere diersoorten, namelijk in varkens en muizen. Wetenschappelijk onderzoek met muizen heeft het voorgaande bewezen.
Het is altijd zeer onverantwoordelijk om met honden te fokken met een kromme staart. Daarmee wordt bedoeld een staart waarvan de wervels niet in een rechte lijn staan maar in kronkels en gedeformeerd.
Het spreekt vanzelf dat dit ook geldt voor kromme of gebogen rug, deformaties van de ribben, kromme kaken, korte poten of te veel of te weinig tanden.
Kenners hebben de plicht de hond die ze beoordelen zeer zorgvuldig te bekijken, inclusief de staart. Defecten aan het skelet alsook andere problemen aan gezondheid en welzijn van de hond, of zijn nageslacht, moeten altijd genoteerd worden voor verdere informatie aan fokkers en eigenaren. Om deze reden mogen dit soort honden nooit worden gewaardeerd als topkwaliteit. Het is in feite een afwijking van het correcte beeld van de hond.
Fokkers, speciaal degene die geïnteresseerd zijn in het fokken van honden waarvan de staarten zijn ingekort, moeten zeer waakzaam zijn wat betreft de staarten van de pasgeboren puppy's. Deze fokkers moeten dit registreren en de toekomstige eigenaar informeren. Een aanvraag voor een niet fokbepaling voor de stamboom is aanbevelenswaardig.
Verwrongen bek
Een erfelijke afwijking waar nooit mee gefokt mag worden!!!!
Als één kant van de kaak (rechts of links, dus niet boven of onder) met een hogere snelheid groeit dan de andere kant, dan ontstaat er een draaiing van de bek> Deze wordt ook wel een verwrongen bek / Wry Jaw genoemd wordt. Een verwrongen beet ziet er uit als een ‘driehoekig’ gebrek in de buurt van de snijtand. Dit kan een ernstige handicap veroorzaken, met name bij het grijpen en kauwen van het voer. Daarnaast geeft het een erg scheefgegroeide verschijning. Sommige van de snijtanden raken tegenover staande tanden, terwijl andere dit niet hebben. Deze toestand kan tijdelijk zijn en zichzelf oplossen als de andere kant van de kaak ook sneller gaat groeien. Een verwrongen beet is een erfelijke handicap.